De modefouten die je moet vermijden tijdens het hardlopen
Bij hardlopen gaat het erom je hart en benen aan het werk te zetten. Je longen vullen met frisse lucht en de finish halen. Niet om je mooi te kleden, denk je.
Vertel dat maar aan Stella McCartney, de sterontwerpster van Adidas, die de mode in de fitnesswereld heter heeft gemaakt dan een bikram yogastudio. Sport en mode, mode en sport. De afstand tussen de twee werelden is nog nooit zo klein geweest.
Het aanbod aan hardloopkleding en -schoenen is enorm (klik maar eens rond) en je vindt zeker iets dat je aanspreekt. Maar dan zijn er bepaalde combinaties, kledingstukken en accessoires die bij niemand echt werken. Dat klopt, de mislukte mode. Hier zijn ze. En ja, de lijst is volledig subjectief.
1. Vijf vingers met hoge sokken. Aan welke kant je ook staat in het debat over de functie van schoenen, dit kan niet door de beugel. Het hardloopequivalent van de shirtloze toerist in een restaurant, het is nooit oké. Zelfs de clowns in het circus zouden aarzelen om het aan te trekken.
2. Heuptasje. Het is tegenwoordig makkelijk om rond te lopen met al die goede rugzakken en slimme zakken overal. Je hoeft er niet uit te zien als een kaartjesverkoper op de archipelboot (niet beledigend bedoeld, de tas heeft een belangrijke functie).
3. Korte panty's en een gigantisch T-shirt. Je wilt niet de illusie wekken dat je gekleed bent als Donald Duck. En hoe snel je ook bent, je wilt er niet uitzien als een hoofdgeval als je door het parcours ploegt.
Het algemenegemis: de driekwartbroek. Een hoofdbestanddeel op elke misserlijst in de modewereld. Ook hier. Ze zijn immens populair en zorgen voor een lekker briesje rond de schenen, maar laten je benen er niet uitzien als de benen van een renpaard. Eerder de benen van een Shetland pony.
Bubblers: Rammelende sleutels in je zak. We kunnen je nog steeds horen als je hijgend over het pad komt. Neem. Gewoon. Met. Sleutels. Je. Nodig hebt.